We nemen je graag mee in het leven van deze pionier van de Nederlandse tuinbouw!
70 jaar
Op twaalf december 1951 wordt Evert van Zanten geboren tussen de kassen op de Heenweg in het hart van het Westland. Na de lagere tuinbouwschool probeert hij nog de hogere tuinbouwschool, maar Eef houdt het daar snel voor gezien. Van hard werken is hij niet vies, dus hij gaat aan de slag bij een boer.
Een mooie diensttijd op Curaçao
Eef brengt zijn diensttijd in Curaçao door, waar hij een groot contrast ervaart ten aan zien van het Westland. ‘Daar op Curaçao bleek dat ik goed kon schieten. Na een tijdje lieten de officieren mij met pistool schieten. Uiteindelijk ben ik militair kampioen schieten geworden. Mijn sportieve prestaties waren me meer waard dan vertier’.
Innovaties starten
Terug in het Westland ontmoet Eef Gerrina en een aantal jaar later trouwen ze. Eef was inmiddels aan de slag gegaan bij een plantenkwekerij en een korte tijd werkte hij bij een aannemer die failliet ging. Dan breekt er voor Eef een nieuwe fase aan. In plaats van ergens anders te solliciteren, begint hij in 1982 voor zichzelf. Samen met Frans en een andere collega richten ze Le-En-Za op. De collega ging weg, maar met Frans samen deed hij opdrachten voor kwekers, zoals het vullen van kisten met groenten.
Op dat moment is Eef, weliswaar op kleine schaal, al bezig met innoveren. Hij is voortdurend bezig om te kijken hoe dingen beter en makkelijker kunnen. Zo bedenkt hij een karretje waar hij de dozen voor de groenten op kan meenemen.
Eef: ‘Je kon die dozen ook aan de kweker vragen, maar dan moest je voortdurend opstaan om ze te gaan halen.’ En dus nemen Eef en zijn compagnon de dozen zelf mee op een door hen gefabriceerd karretje. ‘Het was eigenlijk een hele simpele uitvinding. Maar het maakte het werk wel veel makkelijker.’ Een concurrerend bedrijf ziet er ook wel iets in en begint het karretje direct na te maken.
Steenwol matten
Eef en Frans slaan een nieuwe weg in. Ze beginnen op grote schaal steenwolmatten te leveren aan kwekers in de hele regio. Eef en Frans springen precies op het juiste moment in het juiste gat. Kwekers stappen massaal over van grond naar steenwol en het bedrijf groeit snel naar 75 man. Met de steenwolmatten hebben Eef en Frans niet alleen een goed product in handen, het is ook de sleutel tot nuttige informatie. ‘Omdat we in de steenwol werkten, kregen we kennis van wat er in de tuinbouw aan hand was en waar behoefte aan was.
In korte tijd lanceren Eef en Frans drie uitvindingen die de tuinbouw voorgoed zullen veranderen: pluggen, goten en transportbanden. Het bedrijf Le-en-Za wordt nu Preforma.
Lijmpluggen
In 1988 begonnen Eef en Frans lijmpluggen te maken. Die waren gemaakt van polyurethaan gemend met potgrond. Dat mengsel goten we in de trays. De plantjes zetten we daarna in de lijmplug, zodat ze daarin konden groeien. Zo kon je de plant er later met wortel al uittrekken zonder hem te amputeren.’
Met de komst van de lijmpluggen is het voor kwekers makkelijker om te automatiseren. ‘Een machine kon die pluggen er zo uittrekken’. De techniek in de tuinbouwsector gaat op dat moment snel vooruit. Eef: ‘Dat kwam voor een deel door de collegialiteit in de tuinbouw. Kwekers gaven elkaar een kijkje in de keuken. Hierdoor ging de sector als geheel snel vooruit.’
Goten
Voorheen groeiden gerbera’s op ruggen van grond. Maar ze zagen dat kwekers overstapten op goten om het overtollige water op te vangen. Maar als de kweker de steenwolmatten op de goten legt, blijkt al snel dat niet werkt. ‘Wanneer een steenwolmat nat wordt is het besmettingsgevaar van de ene op de andere plant groot. Via het water verspreiden infecties zich snel en voor je het weet raakt de hele kas besmet. Dat gebeurde ook in het geval van de gerbera’s.’
‘Dit kunnen wij beter,’ dachten Eef en Frans en ze begonnen goten te maken met een verhoogde bodem. ‘Hierdoor kon het water onder de steenwolmatten doorlopen en werd de steenwol niet nat.’ Alleen werkte deze innovatie niet voor de gerbera, maar gezien de vooruitgang – werd een gotenmachine gemaakt die de stalen goten fabriceert. Een groot voordeel van het gebruik van goten is dat tuinders er zelf het afschot mee kunnen bepalen. Het eerste succes was in de aardbeienteelt. Daar gebruikten ze al goten van zink, maar zink in je water is niet goed voor de plantjes.
Na 10 jaar succes in aardbeien, komt Eef in contact met een tomatenkweker, die veel last ervaarde van de drassige grond onder zijn teelt. Het tweetal van Preforma laat de kweker de aardbeienkassen met de hangende goten zien en de man is gelijk om. ‘Hij besloot de tomaten ook hoger te gaan hangen en heeft gelijk goten bij ons besteld. Omdat het water nu werd opgevangen, werd de grond ook een stuk minder vochtig in de kas.’ Dat was een mooi begin. Daarna gingen ook concurrenten goten maken en zijn we later met Metazet gefuseerd en werden we FormFlex.
Transportsystemen
De derde uitvinding waarmee Frans en Eef succes oogsten is het planten transportsysteem. ‘Eigenlijk hadden wij dat niet bedacht. Maar we hebben die uitvinding wel groot gemaakt.’
Eef kwam voor een project bij toeval bij kweker Valstar in Roosendaal. ‘Ik heb nog wat leuks voor je,’ zegt deze kweker. En hij laat zijn nieuwste uitvinding zien. ‘Hij had een autogordel in een goot gelegd. Door middel van een machinetje kon hij die autogordel laten bewegen. Zo kon hij die plantjes vervoeren.’ Tenminste, in theorie zou dat moeten kunnen. Maar het systeem loopt voortdurend vast en meneer Valstar weet niet hoe hij het op moet lossen.
Eef ziet gelijk wat er aan schort. ‘Een goot van kunststof is instabiel. Het systeem had een stalen goot nodig.’ Gelukkig voor Eef en Frans heeft meneer Valstar schoon genoeg van het geklooi met zijn eigen uitvinding. ‘Neem maar mee die troep,’ zegt hij. Eef neemt alle onderdelen van de machine mee en eenmaal thuis gaat hij ermee aan de slag. En inderdaad: met een stalen goot, doet hij het wel. ‘Ik ben teruggegaan naar die kweker in Roosendaal en heb hem verteld dat we zijn uitvinding aan de praat hadden gekregen.’
De kweker vraagt direct om 25.000 meter aan goten met autogordel in mijn tuin aanleggen. Dat is veel, maar daarmee is het een perfect proefproject om te kijken of het ook werkt op grotere schaal. Met als voorwaarde een percentage op de winst, is er alle ruimte voor Eef en Frans om het systeem tot een succes te maken.
Eef: ‘Het systeem bleek een doorbraak op het gebied van potplanten. Wanneer je zo’n transportsysteem hebt, kun je als kweker meer planten per vierkante meter produceren. Dat leidt weer tot minder stookkosten van de ruimte. Hoe meer planten je in een ruimte hebt staan, hoe minder moeite het immers kost om die ruimte op temperatuur te houden. Oftewel: dan heb je minder stookkosten per plant.’
De OPD
Eef en Frans richten Walking Plant Systems (WPS) op en laten het niet bij transportbanden alleen. ‘We kregen al snel de vraag of we ook afleversystemen konden maken en om de planten goed te kunnen sorteren, lieten we een camerasysteem maken. Die camera’s scanden de planten op het aantal bloemetjes, de kleur van de bloemetjes of de lengte van de plant.’
In dezelfde periode ontwikkelt Eef de Carrier. ‘Dat is een kleine drager van kunststof. Hiermee kun je planten vervoeren. De drager heeft twee voordelen: je kunt er gemakkelijk een tag inbouwen én het zorgt voor meer stabiliteit voor de plant op de transportband. Wij noemen het een OPD: Ovale Plantdrager.’
Frans en Eef installeren dus transportsystemen en camera’s bij kwekers. Daarnaast markeren ze alle potplanten met een elektronische tag. ‘Alle eigenschappen van zo’n plant die de camera registreert, werden vervolgens geregistreerd in die tag.’ Op de Carrier vragen ze zelf octrooi aan. Ze besluiten de uitvinding voor zichzelf te houden en niet te delen met anderen. ‘Alleen wij maken ze. Dat doet WPS vandaag de dag nog steeds.’
Van innoveren naar manager van WPS in De Lier
Frans besluit ondertussen te stoppen met werken en uiteindelijk worden een aantal innovaties verkocht en de aandelen overgedragen. Daarna blijft Eef vooral betrokken bij WPS als manager en directeur. In 2018 heeft Eef de leiding van WPS overgedragen aan zijn dochter Digna. Dat ze directeur zou worden van het bedrijf van haar vader stond zeker niet als een paal boven water.
Digna: ‘Toen ik een jaar of vijftien was, zag ik dat ook wel voor me. Mijn vader zei ook wel eens voor de grap: ‘‘Misschien word jij later wel directeur.’’’ Maar wanneer Digna jaren later laat merken dat ze de ambitie heeft WPS over te nemen, is dit plan niet gelijk beklonken. ‘Mijn vader zei altijd: ‘‘Het hoeft van mij niet perse dat een van mijn dochters WPS overneemt.’’ Hij heeft me dan ook nooit gepusht. Eerder het tegenovergestelde.’
Digna: ‘Ik ben heel trots op wat mijn vader heeft opgezet en dat ik innovaties mag blijven maken. Mijn doel is om de tuinbouw volledig te automatiseren. Ik wil kwekers op het gebied van automatisering en logistiek volledig ontzorgen. Zo hebben ze zowel privé en zakelijk tijd voor andere dingen.’